Font

Font

Font

Font

Font

Font

Font

Font

Font

Font

Font

  • Avatar

Avoid, minimise, offset

Updated: May 18

Door Cécile Klinguer

[email protected]

De aanpak “vermijden – minimaliseren – compenseren” (AMO) voor het behoud van de biodiversiteit heeft tot doel economische ontwikkeling en milieukwesties met elkaar te verzoenen door een methodologie uit te werken om de effecten van menselijke activiteiten op de natuur te minimaliseren, met name in de sector ruimtelijke ordening.

Het kwam voor het eerst voor in de wetgeving van sommige Europese landen in 1976 (bv. Frankrijk en Duitsland) en is nu ook opgenomen in de Europese regelgeving. In Frankrijk wordt sinds 2016 in een wettekst de doelstelling van de AMO-reeks gespecificeerd om elk nettoverlies aan biodiversiteit te vermijden in alle fasen van projecten, inclusief planningsdocumenten.

Maar wat betekent dit in de praktijk? Hoe kunnen bedrijven aan dit principe voldoen? En voor welke projecten geldt deze verordening?

Het kader van de vermijden – minimaliseren – compenseren aanpak

De AMO-reeks bestaat, zoals de naam aangeeft, uit het vermijden, verminderen en compenseren van de gevolgen van de activiteiten van een bedrijf voor de biodiversiteit, in die volgorde.

De hiërarchie tussen de maatregelen is hier cruciaal:

  • ten eerste, zoveel mogelijk effecten vermijden
  • ten tweede, het minimaliseren van de resterende effecten bij maximale
  • ten slotte, compensatie voor onvermijdelijke resteffecten
The framework of implementation of the AMO sequence in a project.

Bij de uitgevoerde compensatiemaatregelen moeten twee beginselen worden nageleefd:

  1. geen nettoverlies aan biodiversiteit
  2. ecologische gelijkwaardigheid.

Geen nettoverlies aan biodiversiteit betekent dat de door de compensatiemaatregelen verkregen biodiversiteitswinst gelijk moet zijn aan de door het project gegenereerde verliezen.

Ecologische gelijkwaardigheid is een meer kwalitatief criterium: de compensatie moet gericht zijn op dezelfde habitats, soorten en ecologische functies als die welke door het project worden beïnvloed.

Meer bepaald impliceert deze voorwaarde dat:

  • de compensatielocatie ligt zoveel mogelijk in de buurt van de projectlocatie
  • de herstelmaatregelen moeten zorgen voor een toename van de biodiversiteit die kwalitatief gelijkwaardig is aan het verlies dat door het project wordt veroorzaakt (er moet bijvoorbeeld naar dezelfde soorten worden gestreefd, dezelfde habitats moeten worden hersteld, enz.)
  • na het herstel moet het compensatiegebied een soortgelijke ecologische dienst verlenen als het projectgebied (bv. als het project een vijver heeft aangetast, moet een ander vergelijkbaar ecosysteem dat een habitat biedt voor aquatische biodiversiteit en diensten zoals waterretentie worden hersteld).

De maatregelen vermijden – minimaliseren – compenseren

De maatregelen die in elk stadium van de AMO-aanpak kunnen worden uitgevoerd, zijn verschillend van aard.

Vermijdingsmaatregelen worden voornamelijk toegepast in de beginfase van een project, wanneer de planning en het tijdschema zijn vastgesteld. Zij bestaan in de keuze van de beste locaties, technieken en tijdstippen voor de werkfasen.

De beperkende maatregelen worden tijdens het project zelf genomen (hoewel er van tevoren een besluit over is genomen). Zij omvatten specifieke, op het project toegesneden acties en procedures om de resterende effecten op de ecosystemen tot een minimum te beperken.

Ten slotte zijn compenserende maatregelen langetermijnacties die gericht zijn op het creëren of herstellen van ecosystemen volgens het beginsel van “ecologische gelijkwaardigheid”.

Meer bepaald wordt de methodologie die moet worden toegepast wanneer een project moet voldoen aan de AMO-benadering hieronder uiteengezet. Het is belangrijk op te merken dat indien de effecten van het project te intens zijn, of indien de projectleider compensatiemaatregelen voorstelt die niet aan de eisen voldoen, het project aanzienlijk kan worden gewijzigd of, in het ergste geval, geannuleerd.

The applicable methodology to be used when a project needs to implement an AMO approach.

Om welke bedrijven gaat het?

Wereldwijd zijn de AMO-benaderingen inconsistent geïntegreerd in de wetgeving van de landen. Er zijn verschillende niveaus van regelgeving, en de landen die deze toepassen worden in onderstaande figuur weergegeven.

  • 0: geen compensatie genoemd in het nationale beleid
  • 1: wettelijke minimumbepalingen inzake compensatie
  • 2: vrijwillige compensatie mogelijk
  • 3: verplichte compensatie voor ten minste sommige projecten in bepaalde contexten

Compensation-related policies worldwide. The figure comes from the article ‘The Role of ‘‘No Net Loss’’ Policies in Conserving Biodiversity Threatened by the Global Infrastructure Boom’, published in One Earth in 2019. In 2022, forty-two countries were recorded as level 3.

Op Europees niveau geeft de wetgeving niet echt aan welke sectoren of bedrijfstakken moeten voldoen aan de AMO-benadering. De enige wettelijke verplichting in de Europese wetgeving betreft projecten die gevolgen kunnen hebben voor een Natura 2000-gebied. Natura 2000 is een Europees netwerk van beschermde gebieden dat 18% van het landoppervlak in Europa beslaat en tot doel heeft een aantal voor Europese ecosystemen representatieve habitats en soorten in stand te houden. Wanneer een project een effect kan hebben op een dergelijk gebied, zelfs indien het niet fysiek in het gebied wordt uitgevoerd, moet een volledige AMO-analyse worden uitgevoerd en moeten de resterende effecten worden gecompenseerd.

Voor het overige beslist elk Europees land zelf welke sectoren onder de AMO-benadering vallen. Typische sectoren zijn de bouw, ruimtelijke ordening en winningsindustrieën. Sectoren als landbouw, bosbouw of visserij worden vaak uitgesloten.

In Frankrijk legt de Code de l’environnement meer bepaald de AMO-benadering op voor projecten op basis van hun aard, omvang of ligging, en door het bereiken van bepaalde drempels inzake specifieke criteria, die in de wetgeving zijn vastgelegd.

De betrokken projecten bevinden zich voornamelijk in de sectoren :

  • de bouw en uitvoering van werken
  • de exploitatie van hulpbronnen, met name bodemexploitatie
  • andere werkzaamheden die in de natuur plaatsvinden of het landschap aantasten

Conclusie

Door projectontwikkelaars te dwingen in alle fasen van hun werk rekening te houden met het milieu, is de AMO-benadering een belangrijk regelgevend instrument voor het behoud van de biodiversiteit.

Het toepassingsgebied ervan blijft echter beperkt, met name wat betreft de sectoren die eronder vallen. Bovendien gelden voor sommige strategische infrastructuurprojecten vrijstellingen, ook al kunnen de gevolgen voor de natuur aanzienlijk zijn.

Een andere beperking van deze regelgeving is het ontbreken van een goede verificatie voor alle projecten. Veel effecten worden in feite niet gerapporteerd en de theoretisch verplichte compensatie wordt niet uitgevoerd.

Deze voorschriften moeten worden bijgewerkt en verbeterd om ervoor te zorgen dat alle projecten met een impact in de verplichte reikwijdte worden opgenomen, en tegelijkertijd de projectmanager te voorzien van de nodige kennis en instrumenten om de AMO-benadering toe te passen.

Als u advies zoekt over hoe u de impact van uw activiteiten op de biodiversiteit kunt beoordelen en beheren, neem dan contact op met Cécile Klinguer ([email protected]), Consultant in Environmental Intelligence bij Greenfish.

Recent Posts

See All
Greenwashing: a fine line between good intentions and misleading

Greenwashing: a fine line between good intentions and misleading

COP27: What to expect this November?

COP27: What to expect this November?

3D printing in the construction industry

3D printing in the construction industry